Assisteren bij een Endo
Auteur: Sandra Bos | Publicatie: 17 december 2017 | Categorie: Assistent

Tips uit de praktijk
Waar moet je allemaal aan denken als je assisteert bij een wortelkanaalbehandeling? Sandra Bos werkt al elf jaar met veel plezier als assistent in de praktijk van endodontoloog Michiel de Cleen. Een praktijk, waar tandartsen een patiënt voor een (vaak) complexe wortelkanaalbehandeling (endo) naar verwijzen. Sandra vertelt alle ins- en outs van het assisteren en geeft tot slot een aantal tips.
In kaart brengen van het probleem
De verwijzend tandarts kan om verschillende redenen een verzoek doen tot (her)behandeling:
- De kanalen zijn niet te vinden (met name het vierde kanaal);
- De kanalen zijn gecalcificeerd (er zitten pulpastenen in het kanaal);
- Het kanaal is geoblitereerd (het kanaal is smaller geworden door afzetting van tandbeen, dentine);
- Er is bij een poging tot een endo een vijltje of boortje afgebroken, of
- Er is geperforeerd.
Als de verwijzend tandarts een brief en een foto heeft gestuurd met het verzoek tot (her)behandeling, wordt de patiënt opgeroepen voor een consult. Tijdens het consult wordt de anamnese afgenomen en wordt er een nieuwe foto, kleurenfoto en/of CBCT (conebeam CT,3D-röntgenfoto) gemaakt. Aan de hand van de foto wordt een tijdsinschatting gemaakt van de behandeling. De patiënt wordt geïnformeerd over de behandeling. Vervolgens wordt de patiënt door de receptionist voor behandeling opgeroepen.
Voorbereiding
Bij een endo is een goede voorbereiding essentieel. Kijk van tevoren in de kaart van de patiënt, zodat je weet wat er gaat gebeuren. Kijk naar de foto. Lees de verwijsbrief. Zorg dat alle instrumenten klaarliggen. Dit laatste is heel belangrijk als je meekijkt door de microscoop. Als assistente houd je toezicht door de microscoop (op microniveau), maar je houdt (op macroniveau) ook het werkblad in de gaten. Zorg ervoor dat de tandarts zoveel mogelijk op microniveau kan blijven werken. Het is storend als je veel moet opstaan. Een endo is een tijdrovende klus en vergt veel concentratie.
Openen en kanalen zoeken
Als het nodig is, begin je met het klaarleggen van de anesthesie. Zorg ervoor dat je de foto’s op het computerscherm hebt staan. Het element wordt geopend onder rubberdam. Kleine gaatjes in de rubberdam worden eventueel gedicht met Block out resin. Dit om te voorkomen dat er speeksel lekt en er bacteriën in de kanalen kunnen komen. Het element moet zo droog mogelijk blijven. De microscoop wordt boven de patiënt geplaatst en wij installeren ons beiden achter de microscoop. Voor de assistente is het erg handig om mee te kijken. Hierdoor kun je het proces beter volgen en beter anticiperen.
Na het boren begint het zoeken naar de kanalen. Zorg dat je twee spiegeltjes bij de hand hebt. Zo verkrijg je altijd goed zicht. Het zoeken naar de kanalen gebeurt met boren en mechanische vijlen, maar ook met handvijltjes. In onze praktijk starten wij altijd met vijltjes van 21 mm lengte. Indien nodig kun je later overstappen op langere vijlen. Zorg dat je verschillende lengtes hebt klaarliggen.
Als het gaat om een herbehandeling (revisie) van een endo is het handig om een spuitje chloroform klaar te leggen. Dit om de oude guttapercha makkelijker op te laten lossen. Hedströmvijlen zijn dan onontbeerlijk. Dit zijn vijltjes met een andere, scherpere winding.
Als de tandarts op zoek gaat naar de kanalen is er voor de assistente tijd om eventueel de Deti- en CEB-score (Dutch Endodontic Treatment Index en Classificatie Endodontische Behandeling) aan te passen. Dit zijn schema’s waarmee je eenvoudig de moeilijkheidsgraad van de endo kunt bepalen. Dit is van belang ter informatie aan de verwijzend tandarts, maar ook voor de verzekering van de patiënt.
Geschatte lengte
Tijdens de behandeling maak je de vijltjes schoon met alcohol. Het is handig om wat niet-steriele gaasjes die zijn gedrenkt in alcohol in een afgesloten bakje te bewaren. Vijlen die gebruikt worden gaan op het sponsje; ze gaan niet terug in het doosje. Controleer vijltjes tussendoor altijd op lengte, haakjes, et cetera.
Om de kanalen extra schoon te krijgen, kan de Satelec gebruikt worden, met een klein laagje hypochloriet in het kanaal. Als de kanalen zijn gevonden en schoongespoeld met afwisselend hypochloriet (voor organisch materiaal) en citroenzuur (voor niet-organisch materiaal), worden de kanalen gedroogd met paperpoints. Leg hiervoor paperpoints neer van verschillende diktes. Er kan nu een foto gemaakt worden. In elk kanaal wordt een vijltje geplaatst. De geschatte lengte noteer je als assistente in het schema in het computerprogramma (bijvoorbeeld Simplex).
Gecorrigeerde lengte
De foto wordt gescand en in de digitale patiëntenkaart gezet. De lengtes worden gecorrigeerd en ingevuld in het schema. Wederom moet er worden gespoeld met hypochloriet en gedroogd met paperpoints. Daarna wordt er weer een foto gemaakt met de vijltjes in de kanalen; dit keer met de gecorrigeerde lengtes. Soms is een extra foto nodig om alle kanalen goed zichtbaar op de foto te krijgen.
Met behulp van de MLM- of DLD-regel kun je als assistente alvast bedenken welk kanaal het linguale kanaal is op de foto. Als er van mesiaal wordt ingeschoten, schuift het linguale kanaal naar mesiaal. Dit geldt ook voor op distaal ingeschoten foto’s. De tandarts kan ook een Hedströmvijl gebruiken, zodat je kunt zien welk kanaal linguaal is. Er is dan op de foto een andere winding te zien. Noteer dat dan wel in je schema (bijvoorbeeld door de H van Hedström achter de lengte te zetten).
Vullen
Als de lengtes goed zijn en de kanalen schoon en goed droog, kunnen de kanalen gevuld worden. AH 26 kan worden aangemaakt en de laterale stiftjes, vaak stiftjes 25, kunnen worden klaargelegd. Dit doe je met het transportpincet, een ander pincet dus dan waarmee je de vijltjes aangeeft. Per kanaal wordt de hoofdstift, een dikkere gutapercha stift, afgemeten. Vervolgens stel je de spreader in op de juiste lengte. Gebruik voor stiftjes 25 een spreader B. Voor dikkere stiftjes een spreader C. De laterale stiftjes worden gedoopt in de AH 26, en aangegeven met een endo-gaatjespincet. Dit is een pincet met een stevige bek. Hierdoor kunnen de bladen niet over elkaar schuiven. Van belang is dat je de stiftjes aangeeft in de richting van het kanaal, zodat de tandarts op microniveau kan blijven werken.
Met de System B worden de stiftjes afgebrand. Vervolgens wordt per kanaal met de gutta-condensor een slinger gegeven in het kanaal, waardoor de guttapercha zich mooier in het kanaal verdeeld. Tussendoor geef je de juiste dikte van een stopper aan. Daarna wordt het kanaal nog extra opgevuld met de Obtura: een guttapercha-pistool met vloeibare guttapercha. Als een kanaal heel krom is, wordt er soms alleen gebruik gemaakt van de Obtura, omdat je met vloeibaar guttapercha beter in alle rondingen van het kanaal kunt komen. Hierna wordt alles met de stoppers van verschillende diktes stevig aangeduwd. Kijk hier ook weer goed mee in de microscoop, zodat je kunt voorspellen welke stopper nodig is.
Sluiten
De endodontisiche caviteit kan gesloten worden met composiet of een stiftopbouw. De rubberdam wordt verwijderd en de hoogte van de vulling wordt gecontroleerd. Er wordt een eindfoto gemaakt.
Voorlichting
Als assistente zet ik de foto’s op volgorde, zodat we de behandeling eenvoudiger in fases aan de patiënt kunnen uitleggen. Bij napijn is een eenvoudige paracetamol vaak voldoende. Een jaar na de behandeling wordt de patiënt opgeroepen voor een controlefoto. We bekijken dan of de endo het juiste effect heeft gehad. Als er geen vragen meer zijn kan de patiënt naar huis. Tot slot schrijf ik een verslag aan de verwijzend tandarts. De endodontoloog zorgt voor eventuele aanvullende informatie.