Auteur: Marjo Riebergen | Publicatie: 03 maart 2019 | Categorie: Hygiëne
Om de kennis op te frissen beginnen we bij de basis met de vraag wat micro- organismen nu eigenlijk zijn. Antonie van Leeuwenhoek heeft de microscoop uitgevonden en dat was het moment waarop we voor het eerst heel veel kleine bewegende diertjes konden zien die we met het blote oog niet kunnen waarnemen. Ze komen in grote hoeveelheden voor en verplaatsen zich niet. Met andere woorden: ze lopen niet over de tafel en vliegen niet door de lucht. Maar we kunnen ze wel heel gemakkelijk verplaatsen of overdragen via direct contact, indirect contact en via de lucht. Micro-organismen kunnen zich heel snel vermenigvuldigen als de omstandigheden daarvoor gunstig zijn. Globaal zijn ze onderverdeeld in:
Deze micro-organismen bevinden zich op en in de lucht, voedingsmiddelen, de mens (voorkeursplaatsen: oksel, mond, neus, onder nagels, anus, liezen, perineum ), planten/ bomen, dieren en voorwerpen. Als we even kijken naar bacteriën, dan kunnen deze zich onder gunstige omstandigheden delen van één naar wel duizenden bacteriën. Dringen bacteriën het lichaam binnen, bijvoorbeeld via een wondje, dan kunnen ze zich in snel tempo vermenigvuldigen en vertonen ze een stofwisseling (nemen stoffen op en scheiden ook stoffen uit).
Infectiepreventie
Er is veel bekend over de aard en de eigenschappen van de diverse ziekteverwekkers. Daarom is het goed om passende maatregelen te treffen die de overdracht in de tandartsenpraktijk beperken. Infectiepreventie moet erop gericht zijn het aantal levensvatbare ziektekiemen op een bepaalde besmettingsroute zodanig te reduceren dat bij een mogelijke besmetting geen ziekte meer kan ontstaan.
Het is dus niet zo dat overdracht van ziektekiemen altijd voor 100 procent voorkomen hoeft te worden: door huishoudelijk reinigen en ontsmetten (desinfectie) kan het aantal levende ziektekiemen in veel situaties al voldoende worden gereduceerd. De besmettingsroute via bijvoorbeeld indirect contact met de unithandgreep kan door simpele desinfectie doeltreffend worden uitgeschakeld. De grootste besmettingsbronnen in de tandartspraktijk zijn bloed, speeksel en water (aerosolen).
Natuurlijk kost een patiëntenwissel veel tijd, die er soms onvoldoende is om het goed te doen. Toch blijft het een zeer belangrijk aandachtspunt en schroom niet om het tijdens de werkbespreking aan te kaarten als je steeds tegen tijdgebrek aanloopt.
WEBDESIGN LEVIN DEN BOER | LDB PRODUCTION | COPYRIGHT © DENTISTA | 2019