Het is half zes en mijn wekker gaat af. Tussen de gordijnen door zie ik dat het al licht begint te worden. Fijn! De lente is in aantocht. Ik stap mijn bed uit en maak mij klaar voor de dag. Rond kwart over zes laat ik de hondjes uit. Het is al licht en ik zie de zon opkomen. Een plaatje waar ik altijd van geniet en toch weer iedere dag er anders uitziet. Dit wordt een mooie dag.
Kwart voor zeven stap ik mijn auto in en ga ik op weg naar de praktijk. Het is rustig onderweg en ik kom zonder problemen rond half acht aan. Sinds 1 februari zijn wij verhuisd en gestart op een andere locatie. Deze plek is zo mooi geworden en de inrichting heeft veel sfeer. De assistente is er al en heeft de kamers klaargemaakt. Ik kleed mij om en loop naar mijn behandelkamer toe. Ik zet het giraffenlampje aan en zet het stoeltje daaronder recht. Over alles in de praktijk is nagedacht. Zo zijn de behandelstoelen extra zacht én hebben ze armleuningen. In de vorige praktijk zaten er geen armleuningen aan de stoel en dat was vaak een groot gemis voor veel patiënten. Ook hebben wij nu ramen en hierdoor genieten wij van het daglicht. De vorige praktijk zat in een souterrain en dit was toch vaak wat donker. Ik start mijn computer op en bekijk mijn agenda en zie dat het een lekker vol dagje is. Fijn, daar hou ik van.
De dag loopt lekker en alle patiënten zijn enthousiast over de nieuwe praktijk, het nieuwe tandsteen apparaat mét verwarmd water, de zachtheid van de stoel en natuurlijk de armleuningen. Daar krijg je natuurlijk veel energie van! Ik kijk naar mijn agenda en open de kaart van de volgende patiënt. Er gaat geen belletje rinkelen bij het zien van haar naam. Ik lees nog even de notities van de laatste behandeling door en bedenk mij dat dit weleens die ontzettend negatieve dame kan zijn.
Ik loop naar de wachtkamer en zie meteen dat zij het is. “Goedemorgen mevrouw u mag met mij meelopen.” De mevrouw gaat staan en begint direct met haar klaagzang: “Nou, deze praktijk is wel een stuk groter, maar het is nog niet af hè?” zegt ze verontwaardigd. “Ik zie dat daar nog een plint gelegd moet worden” en ze wijst naar de plek waar een plint moet komen. Ik antwoord haar dat ze zeer oplettend is en dat dit inderdaad klopt. Mevrouw antwoord dat zij daar oog voor heeft. Ze gooit haar spullen neer op het stoeltje en gaat direct zitten in de behandelstoel. “Hè bah wat een harde stoel zeg. Ik kan helemaal niet lekker zitten. De stoeltjes in de wachtkamer zitten ook al niet lekker.”
Ik probeer niet te veel in haar negativiteit mee te gaan en vertel haar tijdens mijn behandeling over het nieuwe tandsteenapparaatje mét verwarmd water. Op de helft van de behandeling wil ze toch nog iets tegen mij zeggen. “Moet dit apparaat nou beter zijn? Nou, ik merk niets hoor. Geen enkele verbetering”, antwoordt ze. Het glas is bij deze mevrouw altijd half leeg. En ik… ik kijk tussendoor naar buiten. Door mijn grote ramen. Zie ik daar nu een zonnetje doorkomen? Heerlijk!
Marloes Rust, MondZorgVuldig Mondhygiënisten Dordrecht
Deze column komt tot stand in samenwerking met TePe Benelux B.V