Wat maakt het vak van mondhygiënist zo aantrekkelijk, wat is er de laatste jaren veranderd en welke ontwikkelingen vinden er plaats. Miranda Belder, al 35 jaar werkzaam als mondhygiënist, ziet telkens weer interessante ontwikkelingen. “Basis blijft wel de preventie, maar een verdieping in parodontologie maakt het nog interessanter.”
Waarom heb je ooit gekozen voor mondhygiëne?
“Toen ik 15 was had mijn tandarts een mondhygiënist in dienst waar ik als patiënt naartoe ging. Wat het precies was dat mij zo aantrok weet ik niet meer, maar vanaf dat moment wilde ik mondhygiënist worden. Hoewel ik VWO deed en mensen mij vroegen waarom ik geen tandheelkunde ging studeren, was ik heel stellig in mijn idee om de opleiding tot mondhygiënist te volgen. De tweejarige opleiding vond ik wel wat kort en heb dan ook overwogen om alsnog tandheelkunde te gaan doen. Maar bepaalde zaken binnen de tandheelkunde zoals de harde weefsels en kroon en brugwerk spraken mij minder aan. Ik besloot om werkervaring op te doen als mondhygiënist, eerst maar eens beginnen. Het was een tijd waarin tandartsen het nut van mondhygiënisten nog niet helemaal inzagen. Toch kon ik terecht bij een aantal praktijken in het Gooi waar mijn werkzaamheden echter wel beperkt bleven. Een beetje schoonmaken mocht, maar advies geven over ragers en stokers was er bij de meeste nog niet bij. Wat dat betreft moest je nog wel vechten voor je positie. Ik werkte bij één algemeen practicus die zich door middel van cursussen had verdiept in de parodontologie. Hij begreep dat de mondhygiënist er niet alleen was om schoon te maken, maar om een gezond parodontium te creëren, waarop hij weer iets moois kon opbouwen. Dat is het moment waarop mijn interesse voor parodontologie is ontstaan.
De verdere verdieping binnen mijn vak in het algemeen en de parodontologie in het bijzonder is gevormd na die tijd, toen ik bij de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam ging werken. Daar zag ik veel complexe parodontale casuïstiek die mij enorm veel kennis opleverde. Het was een omgeving waar hele bevlogen mensen aan het werk waren die elkaar uitdaagde en stimuleerde. En het bleef niet alleen bij werken aan de stoel. ‘s Avonds namen we regelmatig nog casussen door, ik deed mee aan onderzoek, werkte nieuwe mensen in en gaf ook lezingen.
Als ik terugkijk dan is mijn liefde voor het vak begonnen met mijn interesse voor het medische en het helpen van mensen. Later is daar de liefde voor de parodontologie bij gekomen. Want daarmee zien we hoe mooi het lichaam kan herstellen. Hoe snel een ontstoken pocket kan genezen door de juis-te behandeling.”
Hoe heeft de functie van mondhygiënist zich de afgelopen jaren ontwikkeld? “Het beroep mondhygiënist is overgewaaid uit Amerika en bestaat in Nederland sinds 1967. In het beroepsprofiel dat in 2019 is herzien staat dat de mondhygiënist zich in ruim vijftig jaar heeft ontwikkeld tot een zelfstandige zorgverlener en de autoriteit vormt op het gebied van de professionele preventieve mondzorg. Het profiel geeft ook aan dat het beroep dynamisch is, een beroep in ontwikkeling. Dit wordt beïnvloed door de veranderingen in het (mond) zorgveld en maatschappelijke veranderingen. Taken zijn anders verdeeld, de patiënt is mondiger geworden en beter geïnformeerd en technologie is steeds belangrijker voor een goede zorgverlening.
Het beroepsprofiel geeft een goede weerspiegeling van het vak, waarbij zeker de taken en bevoegdheden blijven verschuiven in de tijd. Zo mag je als BIG-geregistreerd mondhygiënist – een experiment dat loopt sinds 2020 en in 2025 wordt geëvalueerd – tegenwoordig zelfstandig primaire caviteiten behandelen, röntgenopnamen maken en lokale anesthesie toedienen. Dat gaat nog een stap verder dan de voorbehouden handelingen waar je deze zaken in opdracht van een tandarts mag doen. Het experiment zou kunnen resulteren in een betere organisatie van de tandheelkundige zorg waarin behoud van kwaliteit voorop moet staan. Met als bijkomend voordeel dat je ook gebruik kunt maken van het tuchtrecht als er zaken niet goed gaan.
Bij deze verschuivingen valt of staat alles wel met een goede taakverdeling tussen tandarts en mondhygiënist, zeker wanneer het om een zelfstandige mondhygiënistenpraktijk gaat. Want wie maakt dan de röntgenfoto’s en hoe registreer je dat? Daar moeten goede afspraken over worden gemaakt. Zelf ben ik in 2004 als mede-eigenaar gestart in een vrijgevestigde praktijk met vier andere mondhygiënisten. Wij hebben de ervaring, zeker in de beginjaren, dat je actief de contacten met tandartsen op moet zoeken. Het communiceren met verwijzende tandartsen gaat niet vanzelf, daar moet je echt werk van maken.
Je ziet dat de jonge generatie tandartsen heeft geleerd om goed samen te werken met andere disciplines en vrij gemakkelijk patiënten met parodontitis problemen doorverwijzen naar een mondhygiënist. Een aantal tandartsen uit de oudere generatie heeft daar nog altijd wat moeite mee.
Bovenstaande laat zien dat het beroep van mondhygiënist nog altijd in ontwikkeling is. Dat is uiteraard fantastisch, maar preventie blijft de basis.”
Is het gedrag van patiënten ook veranderd?
“De patiënt is de afgelopen jaren steeds mondiger geworden en informeert zichzelf vooraf goed. Daarin speelt social media natuurlijk een grote rol, waarbij de focus op uiterlijk en het perfecte plaatje voor specifieke vragen zorgen. Die vraag was er vroeger niet of minder, maar we moeten daar als professionals in de mondzorg wel op anticiperen en de patiënt wijzen op de mogelijkheden en beperkingen. We kennen allemaal wel de vragen over spierwitte facings en sommige mensen willen van tijd tot tijd iets nieuws, iets moois, een stralende lach en wel zo snel mogelijk. Aan ons de taak om uitleg te geven over een deel van de mond dat niet zo zichtbaar is; het parodontium.
Het is dan wel niet zo sexy om het daarover te hebben, maar het belang van een goed fundament moet de patiënt wel begrijpen. Uitleg over de verschillende stadia in een parodontologie-traject hoort daar ook bij en ja, het kan ook zo zijn dat er een element uit moet, of in een later stadium een orthodontie-traject moet worden ingezet. En dan verlaten ze niet op korte termijn met een stralende lach de praktijk. Dat levert soms onbegrip op. Als dit goed wordt gecommuniceerd met de patiënt en deze zelf de beslissing neemt welke weg wordt ingeslagen kan er vaak een resultaat bereikt worden waar de patiënt tevreden of zeer tevreden mee is.
Patiënten zien de mondhygiënist – naast de tandarts – ook steeds meer als de expert op het gebied van de mondzorg. En dat klopt ook, omdat we ons meer en meer verdiepen in de parodontologie. Zo herkennen we steeds meer relaties tussen systemische ziekten en ontstekingen in de mond. En kunnen bijwerkingen van medicijnen invloed in de mondholte hebben, denk aan droge mond, gingivahyperplasie, schimmelvorming. De weerstand van de patiënt, deels beïnvloed door de lifestyle van de patiënt, heeft invloed op de ontwikkeling van parodontitis en ook weer hoe iemand reageert op de parodontale therapie. Je in dat soort achtergronden van de parodontologie verdiepen maakt je werk als mondhygiënist nog leuker! Je hebt daardoor ook nog eens meer contact met andere zorgverleners die je als sparringpartner gaan zien in de behandeling van patiënten.”
Hebben nieuwe producten en technieken je werk makkelijker gemaakt?
“De afgelopen jaren zijn er verschillende hulpmiddelen op de markt gekomen zoals verfijnde ultrasone apparatuur en de Airflow. Deze mooie innovaties worden door veel collega’s gebruikt. Zelf zet ik ze af en toe in. Ik doe nog veel handmatig en sluit af met polijsten, maar gebruik de apparaten wel op indicatie. Iedereen maakt daarin zijn eigen keuze en je moet doen waar je jezelf comfortabel bij voelt en wat aansluit bij de wensen van de patiënt. Die geven hun voorkeuren over de manier van behandelen wel aan. En dat is ook goed. Dat sluit aan bij het idee van ‘personalised dentistry’; welke behandeling past bij de patiënt en op welk moment. Je moet je manier van behandelen en tools geven voor zelfzorg dus aan laten sluiten op het dagelijks leven van de patiënt. Iets waar ik helemaal achter sta.
Naast de mechanische producten die we in de praktijk gebruiken zijn er voor de zelfzorg zo enorm veel producten op de markt verschenen zoals tandpasta’s, ragers in alle maten en vormen, stokers, spoelmiddelen dat het voor patiënten moeilijk is om daar zelf een keuze in te maken. Als mondzorgprofessionals moeten we de patiënt daar goed in adviseren en aansluiten bij hun wensen en behoeften.
Apps voor zelfzorg zijn inmiddels ook op de markt en lijken in beginsel een welkome aanvulling. Ze zien er goed uit en sluiten aan bij het vele smartphonegebruik van mensen. Maar wie gaat er speciaal voor zijn of haar mondzorg een app gebruiken waarin je dagelijks moet bijhouden wat je hebt gedaan? Hoe lang houdt een gemiddelde patiënt dit vol? De verzorging van het gebit moet onderdeel worden van de dagelijkse routine. Daarnaast geef je indien nodig informatie over voeding, geef je aan dat roken slecht is en wat de consequenties voor de mond zijn maar uiteindelijk zijn de patiënten zelf verantwoordelijk voor hun eigen handelen. Ze moeten zelf een knop omzetten. Ik moet dan altijd denken aan een quote van Bert Hellinger die ik in dit verband tegenkwam en tijdens een lezing die ik ooit gaf heb gebruikt: ‘iedereen draagt zijn eigen verantwoor-delijkheid en ook de verantwoordelijkheid voor het onverantwoordelijk zijn’. Als je de eigen verantwoording met de patiënt bespreekt heeft die ook het gevoel de regie zelf in handen te hebben. Belangrijk is dat je gemaakte afspraken goed vastlegt in het behandeljournaal. En laat de patiënt zoals we al langer toepassen door middel van motivational interviewing, met eigen oplossingen komen. Ook hier geldt weer dat je moet kijken naar het individu en wat bij hem of haar past. Dus ook weer ‘personalised dentistry’.”
Hoe is de samenwerking en commu-nicatie met andere tandheelkundige professionals?
“In onze zelfstandige mondhygiënistenpraktijk hebben we korte lijnen met een aantal parodontologen in de omgeving met wie we intensief samenwerken. Zij kennen ons voorwerk, wij hun resultaten en we delen inhoudelijke informatie over de patiënt. Dat werkt heel fijn. Met sommige algemeen practici moeten we daar wat meer moeite voor doen. Dat komt misschien omdat we een vrijgevestigde praktijk zijn en we niet zo bij elkaar kunnen binnenwandelen. Maar als praktijk heb je natuurlijk hetzelfde doel en dat is een kwalitatief goede behandeling en een tevreden patiënt. Zoals ik eerder zei heeft de jonge generatie tandartsen en mondhygiënisten al veel meer ervaring hoe ze – ook op afstand – moeten samenwerken binnen het teamconcept. Dat leren ze op de opleiding en heeft ook te maken met een toenemende kennis van de parodontologie. Wil je een goede samenwerking realiseren tussen de algemeen practicus en de mondhygiënist dan is enige kennis van de parodontologie noodzakelijk.
Je moet weten wat je moet doen in bepaalde situaties en wanneer je voor welke zorg moet doorverwijzen naar een mondhygiënist of parodontoloog. Dat vereist ook een goede screening en verslaglegging.
In een ideale samenwerking werkt iedere tandarts met een Periodieke Parodontale Screening (PPS) en bepaalt aan de hand daarvan of een patiënt naar de preventieassistent, mondhygiënist of parodontoloog moet. Er is veel aandacht besteed aan het introduceren van de richtlijn Parodontale Screening, Diagnostiek en Behandeling in de Algemene Praktijk. Hopelijk gaan steeds meer zorgprofessionals deze screening toepassen zodat de zorg door juiste behandelaar kan worden uitgevoerd.”
Wat maakt het vak nog altijd uitdagend?
“Het beroepsprofiel geeft al aan dat het een vak in beweging is. Dat zie je met de taakherschikking die nu speelt, maar ook met de toenemende aandacht voor de jeugdtandzorg, mensen die door social media meer aandacht hebben voor hun uiterlijk en de toenemende nieuwsgierigheid vanuit het vak voor een goed fundament, de parodontologie. In dat kader is het ook interessant om, naast onze eigen beroepsvereniging de Nederlandse Vereniging voor Mondhygiënisten (NVM), lid te worden van de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP). Als mondhygiënist leer je daar veel en kom je in contact met andere vakgenoten. Die kennisverdieping zien we ook terug in het onderzoek naar mondgezondheid in relatie tot de algehele gezondheid, waardoor we ook weer meer in contact komen met andere disciplines binnen de gezondheidszorg.
Dat zorgt voor accentverschuivingen en maakt het vak aantrekkelijker, maar de basis blijft uiteraard preventie en de manier waarop we parodontitis zo goed mogelijk kunnen voorkomen en behandelen. Daarvoor zijn richtlijnen en protocollen belangrijk. Die moet je kennen en kunnen toepassen, maar daar moet je met goede argumenten ook vanaf kunnen wijken. Immers, zoals ik eerder al zei denk ik dat ‘personalized dentistry’ is hoe we met de zorg om moeten gaan. Voor iedere patiënt een op maat gemaakt behandelplan. Daarbij maakt de behandelaar geen beslissingen voor de patiënt, maar kijk je samen naar realistische oplossingen die passen binnen zijn of haar leven. En kom je er niet uit? Heb je het gevoel dat je iets niet beheerst? Verwijs dan door, want de kwaliteit staat voorop.
Het beroep mondhygiënist is en blijft een prachtig en uitdagend beroep met een goede toekomst. Als we met elkaar kwalitatief goed werk leveren kunnen we de mondgezondheid in Nederland naar een hoger plan tillen”.
Miranda Belder (55) heeft haar opleiding tot mondhygiënist gevolgd van 1986-1988 aan de Stichting Opleiding Mondhygiënisten te Utrecht. Zij was van 1988 tot 1993 werkzaam in diverse algemene praktijken in het Gooi. Vanaf 1993 tot en met 2013 is zij werkzaam geweest in de Kliniek voor Parodontologie te Amsterdam. Tevens is zij vanaf 2004 werkzaam als vrijgevestigd mondhygiënist in de Groepspraktijk voor Mondhygiëne in Alphen aan den Rijn nu samen met 4 collega-mondhygiënisten. Na haar afstuderen heeft zij diverse cursussen gevolgd met name op het gebied van de parodontologie o.a. Parodontale diagnostiek en behandelingsplanning, Initiële parodontale behandeling (Paro A/B/C) maar ook Psychodiagnostiek voor tandheelkundig specialismen, mondziekten. Daarnaast geeft zij regelmatig lezingen en workshops waarin de parodontologie meestal centraal staat.