Hoe gaaf, ‘Gewoon Gaaf’

Kinderen in de tandartspraktijk zijn voor veel behandelaars een grote uitdaging. Ze met plezier naar de praktijk laten komen en zelf goed te laten poetsen is niet makkelijk. Preventie bij jonge patiënten vergt veel tijd en aandacht. Hiervoor zijn verschillende programma’s ontwikkeld, waaronder ‘Gewoon Gaaf’, een cariëspreventiemethode voor kinderen van 0 tot 18 jaar. Wat komt er allemaal bij kijken wanneer je dit in de praktijk wilt implementeren?

De Gewoon Gaaf-methode begeleidt ouders en kinderen in het voorkomen van cariës. Informeren en motiveren spelen hierin een centrale rol en herhaaldelijke uitleg over poetsen is belangrijk. Poetsen leert het kind vaak van ouders, maar daar is in veel gevallen nog verbetering te behalen. Ook de invloed van voeding op het gebit is belangrijk om onder de aandacht te brengen. Hiervoor is een heldere en simpele uitleg essentieel en het advies moet toegespitst zijn op het gezin en het individu.

De Gewoon Gaaf-methode draagt bij aan gezondere kindergebitten, maar aan welke zaken moet je dan zoal denken?

Al vroeg beginnen met voorlichting, al vanaf de geboorte van het kind. Maak ouders bewust dat zij verantwoordelijk zijn voor de mondverzorging van het kind. De link leggen tussen plaque, poetsen en cariës. Adviseer ook het kind mee te nemen vanaf de doorbraak van het eerste tandje Stel hiervoor ook een folder of informatiebrief voor op.

Vanaf twee jaar gaat het kind in de stoel en weer wordt er voorlichting gegeven. Weer uitleg geven over plaque, poetsen en cariës. Leg uit dat de behandelaar moet worden gezien als coach. Hij/zij begeleidt ouders en kind om een goede mondgezondheid te krijgen en te behouden. Er wordt aandacht besteed aan poetsgedrag, materiaal waarmee gepoetst wordt, plaktesten en het voedingspatroon wordt in kaart gebracht en besproken.

Vanaf zeven jaar beginnen met bitewing foto’s. Hiervoor zijn ‘schuimpjes’ als houder voor op de markt waar een kleinere foto in past om zo een bitewing bij jongere kinderen te maken. Dit past beter en snijdt niet.

Kinderen tot 18 jaar blijven volgen en begeleiden/coachen.

Gewoon Gaaf werkt met een stappenplan voor drie doelgroepen; 0-4 jaar, 4-12 jaar en 12-18 jaar.

De Gewoon Gaaf-methode kan tot bijna 70 procent minder gaatjes leiden. Dat blijkt uit recent wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd in Den Bosch bij een groep kinderen van 6-9 jaar. In drie jaar tijdkregen kinderen maar liefst 88 procent minder fluoridebehandelingen, werden ze 66 procent minder geseald en nam het aantal vullingen met 62 procent per kind flink af.

Het is wel belangrijk dat ouders en kind instemmen met de Gewoon Gaaf-methode. Het kost in het begin veel tijd voor zowel ouder als kind. Kinderen komen vaker in het jaar retour bij de behandelaar en ouders en kind moeten hier thuis ook goed mee aan de slag kunnen. Als de motivatie hiervoor niet aanwezig is dan heeft het geen zin om het toe te passen en is het ook zonde van de tijd en energie van de behandelaar.

Inventariseer en informeer

Wanneer je Gewoon Gaaf in de praktijk wilt toepassen, inventariseer je eerst welke tandartsen hiervoor openstaan. Misschien is er al iemand bekend met de methode, of heeft ermee gewerkt. Dan is het fijn om met die behandelaar om de tafel te gaan zitten en te bespreken wat ervoor nodig is om het binnen de praktijk te implementeren. Naast de tandarts heb je ook een preventieassistent en eventueel een mondhygiënist nodig om het te ondersteunen. De tandarts begeleidt de ouders en kinderen en de mondhygiënist en preventieassistent voorzien ze van de juiste voorlichting door middel van plakkleuring, poetsles, instructies en voorlichting.

Verzamel zoveel mogelijk informatie en mocht er binnen de praktijk nog geen medewerker bekend zijn met Gewoon Gaaf, informeer dan bij collega praktijkmanagers of zij hier al mee werken. Zij kunnen je wellicht nog van nuttige informatie voorzien. Die is ook te vinden op de website van Gewoon Gaaf. Wil je toch meer ondersteuning, dan zijn er ook docenten te benaderen die cursussen geven op dit gebied.

Heb je eenmaal voldoende informatie, organiseer dan een overleg met de tandartsen uit je praktijk. Hier wordt snel genoeg duidelijk welke behandelaars enthousiast zijn en ermee aan de slag willen. Vervolgens kun je de presentatie ook aan de preventieassistenten en mondhygiënisten laten zien. Zij krijgen dan een idee wat er van ze wordt verwacht wanneer een kind door de tandarts is doorgestuurd vanuit de Gewoon Gaaf-methode. Het principe moet voor iedereen duidelijk zijn. Als er behandelaars zijn die hier niet mee gaan werken kunnen zij intern eventueel wel kinderen doorsturen indien dit noodzakelijk is.

Verdiepen

Geef behandelaars die met Gewoon Gaaf gaan werken de gelegenheid om zich hierin te verdiepen. Een belangrijk onderdeel van de methode is de gesprekstechniek motivational interviewing die zij zich eigen moeten maken. Dit kan onder andere door met elkaar te oefenen in de praktijk, maar geïnteresseerde behandelaars kunnen bij Gewoon Gaaf ook een cursus volgen. Zorg ervoor dat de behandelaars in gesprek en overleg met elkaar blijven als zij hiermee aan de slag gaan. Zo kunnen zij elkaar feedback geven en issues bespreken die zich voordoen. Belangrijk is wel dat er eenduidige instructies worden gegeven. Zo krijgen de patiënten dezelfde informatie van de behandelaars en ontstaat er geen verwarring.

Protocollen en materialen

Heb je eenmaal besloten voor de methode te gaan, stel dan protocollen op. Laat dit doen door degene die hier het meeste bekend mee is. Als de protocollen eenmaal op papier staan verstuur je ze naar het hele team, zodat iedereen weet hoe er gewerkt moet worden. Vraag hierbij ook om feedback. Aan de hand daarvan kan je nog het één en ander aanpassen.

In de praktijk zullen degene die ermee gaan werken merken dat ze voor de controles van kinderen meer tijd nodig zullen hebben. Dan is het voor de planning wel fijn om te weten wanneer er een afspraak volgens de methode wordt ingepland. Voor de balieassistenten is het dan ook belangrijk om op de hoogte te zijn van het principe van Gewoon Gaaf. Ook om vragen van de patiënten hierover te kunnen beantwoorden.

Ga ook na wat er nodig is aan extra materialen. Echt een must zijn elektrische instructieborstels met disposable opzetkopjes, goede plakkleuring en een instructiespiegel. Denk tevens aan een extra beloningsysteem voor kinderen. Als informatieverstrekking kan je huisfolders laten maken en sheets met instructies voor aan de stoel. Mocht dit niet haalbaar zijn dan zijn informatiebrieven ook prima om mee te geven of te mailen.

Samengevat

Het besef van goed poetsen en omgaan met de juiste voeding voor ouder en kind begint bij het doorkomen van het eerste tandje. Hoe vroeger een tandarts dat kan aangeven en het ouders en kind kan bijbrengen hoe beter. Het is de rol van de tandarts om te wijzen op goede mondhygiëne en het voedingspatroon. Dat is niet altijd even makkelijk. Gelukkig zijn er methodes die behandelaars hierin kunnen ondersteunen en, zoals beschreven, goed te implementeren zijn in de praktijk.

Marenka Franke is praktijkmanager bij Centrum voor Mondzorg Rhenen en docent bij Dental Best Practice.