Klachten aan pols, hand en vingers

Jouw focus ligt bij de behandeling van de patiënt, maar ben je je ook bewust van de manier waarop je instrumenten vasthoudt? Van mondzorgverleners hoor ik regelmatig dat ze er sinds de opleiding niet meer over hebben nagedacht, terwijl het toch heel belangrijk is. Niet alleen voor het voorkomen van klachten, maar ook omdat de juiste werktechniek meer kracht, coördinatie en precisie oplevert. Een win-win situatie dus.

Veel voorkomende klachten
Veel klachten aan de handen en vingers hebben te maken met overbelasting door het intensieve handwerk, ongunstige werktechniek, trillingen, knijpen in instrumenten en repeterende bewegingen. Uiteraard spelen ook genetische predisposities een rol, zoals bijvoorbeeld bij reuma en mogelijk artrose. Deze aandoeningen worden vaak getriggerd door overbelasting. Voorkomen is dus niet altijd mogelijk, maar verminderen en uitstellen van klachten wel.

Artrose
Duimbasisartrose en artrose aan de vingergewrichten komt veel voor bij mondzorgverleners. Intensief handwerk is een van de risicofactoren. Het komt vaker voor bij vrouwen en bij mensen boven de 40 jaar. De klachten kenmerken zich door toenemende pijn bij het krachtzetten. Het overstrekken van de duim en vingers en te hard knijpen bij het vasthouden van de instrumenten verergert de klachten. De behandeling is primair conservatief, met gerichte handfysiotherapie, verbetering van werktechniek en een spalk bij duimbasisartrose. Dat laatste is voor tandartsen natuurlijk lastig, in verband met hygiëne. Als klachten doorzetten is chirurgische interventie vaak noodzakelijk.

Carpaal tunnelsyndroom
Een andere veelvoorkomende klacht is carpaal tunnelsyndroom. Frequent repeterende bewegingen, krachtsuitoefening, knijpen in instrumenten, hand-armtrillingen en een ongunstige werkhouding (meer dan dertig graden uit de neutrale polsstand) zorgen voor een grote en langdurige spanning op de spieren van de onderarm en vingers. Hierdoor wordt de middelste handzenuw (n. medianus) bekneld. De ruimte in je pols waar deze zenuw doorheen loopt heet de carpale tunnel. Door deze tunnel lopen ook de pezen die ervoor zorgen dat je je vingers kunt buigen. In de carpale tunnel kan een zwelling ontstaan waardoor de druk toeneemt. Doordat de zenuw de zachtste structuur in de tunnel is, is deze het meest gevoelig voor verhoogde druk.

Je herkent de klachten door symptomen als pijn, gevoelloosheid, een doof gevoel en tintelingen in en de duim, wijsvinger en middelvinger. Je vingers kunnen stijf zijn en krachteloos, waardoor je zomaar iets uit je handen kan laten vallen. Tijdens het werk en ’s nachts zijn de klachten vaak erger.

Ook het syndroom van De Quervain komt veelvuldig voor. Dit is een peesschedeontsteking die pijn geeft aan de duimzijde van de pols en waarschijnlijk ook arbeidsgerelateerd is.

Trigger finger
Ook de ‘trigger finger’ komt regelmatig voor. De vinger of duim geeft pijn bij buigen en maakt een schokkende beweging bij het strekken. Door zwelling van de peesschede wordt het soepele buigen en strekken van de vinger belemmerd. Dit geeft pijn en is lastig met werken. Een van de vermoedelijke oorzaken zijn repeterende bewegingen van de vingers.

Ga met klachten altijd langs de huisarts. In een vroeg stadium is altijd meer mogelijk dan als je te lang door blijft werken.      

Stress
Stress verhoogt de spierspanning en heeft daarmee een grote invloed op het ontstaan en in stand houden van klachten. Veel mondzorgverleners geven aan last te hebben van stress. Beroepsspecifieke factoren zijn onder andere tijdsdruk, toegenomen regeldruk en andere verzwarende omstandigheden zoals mondige patiënten en uitdagend praktijkmanagement. Spanning veroorzaakt verkramping van spieren, een statische houding en verminderde doorbloeding. Vooral de schouderspieren zijn hier gevoelig voor en dit wordt door de hele spierketen doorgegeven tot aan de vingertoppen. Bij behandeling van hand- en vingerklachten moet dus worden gekeken naar de hele lichaamshouding tijdens de werkzaamheden, de spieren van de schouders tot aan de vingers en naar de factor stress en werkdruk.

Klachten verminderen in drie stappen
Wil je klachten aan je polsen, handen en vingers voorkomen of verminderen, volg dan dit een-twee-drietje. Doorloop de drie stappen regelmatig als je straks weer aan het werk gaat. Neutrale polsstand? Check. Juiste pengreep? Check. Ontspannen? Check. De kracht zit in de herhaling. Blijf jezelf herinneren, of vraag je collega je erop te wijzen.

1. Neutrale polsstand
Afbeelding 2 toont de bewegingen die mogelijk zijn in het polsgewricht. De meeste mondzorgverleners gebruiken ze allemaal en dat is niet zo gunstig. Vooral het optillen van de hand en het zijwaarts buigen is schadelijk, zeker als je dat tegelijk doet, zoals bij wrik- en wringbewegingen. Je pols hoort tijdens het werken in een neutrale positie te zijn, dus je hand in het verlengde van je onderarm.

De beweging die je nodig hebt haal je uit je arm en vingers. Je mag je arm licht optillen, tot ongeveer 20 graden opzij en 25 graden naar voren. Als je de juiste pengreep gebruikt (zie punt twee) dan kan je ook de vingers bewegen en daarmee effectief je instrument sturen.

Vind je het lastig om je pols stabiel te houden? Teken dan een streep over je onderarm en hand. Dit lijntje hoort recht te zijn. Buigt het af doordat je je hand opzij beweegt, corrigeer jezelf dan. Blijf oefenen, ook al voelt het in het begin onwennig en krampachtig.

2. Gemodificeerde pengreep
Veel mondzorgverleners houden hun instrumenten vast zoals ze een pen vasthouden bij schrijven. Het instrument is ingeklemd tussen duim en wijsvinger en rust op de middelvinger. Dit is om meerdere redenen ongunstig. Omdat je maar grip hebt met twee vingers moet je meer knijpen, kan je minder sturen en heb je 50% minder kracht. Aangezien het instrument rust op het bovenste kootje van je middelvinger kan hier irritatie en slijtage ontstaan. Bij het overstrekken van de vingers wordt het gewricht overbelast in de eindstand en komt er rek op de banden, terwijl de spieren nauwelijks werken. Dat kan beter!

Gebruik altijd de gemodificeerde pengreep als je aan het werk bent. Je wijsvinger, duim en middelvinger vormen een driepuntscontact rondom het instrument. De wijsvinger en duim zijn min of meer tegenover elkaar geplaatst, de middelvinger staat tegen het werkeinde van het instrument. Houdt de vingers én de duim altijd licht gebogen. In deze stand kan je je vingers vrij bewegen en je instrument goed aansturen. Door de bewegingen van je vingers werk je minder statisch en kun je je pols makkelijker stabiel houden.

Wissel waar mogelijk af met de palmgreep, bijvoorbeeld bij extracties en vasthouden van de afzuiging. Uiteraard met dezelfde neutrale polsstand.

3. Ontspannen techniek
Gebruik nooit meer kracht dan je nodig hebt. Knijpen vermoeid je spieren, creëert druk op je gewrichten en zorgt dat je statischer en stijver werkt. Knijpen in je instrument geeft spanning in je hele arm, tot aan de schouder. Niet goed voor je precisie en ook niet comfortabel. Houdt de instrumenten ontspannen vast en neem voldoende korte rustmomenten. Bal je vuisten, strek je vingers en schud je polsen los tussen handelingen door.

Voor een goede ontspannen techniek is het belangrijk om af te steunen. Dat kan binnen de mond, buiten de mond of steunend op je andere hand. Door een goede afsteuning heb je meer stabiliteit en kan je preciezer werken. Daarnaast wordt een gedeelte van het gewicht van je arm opgevangen. Zoek een stabiele, harde en niet bewegende ondergrond, zoals de bovenkaak of het jukbeen. Voor de patiënt is het vaak veel minder belastend en vervelend dan jij denkt.

Oefenen
Het duurt weken voordat een nieuwe werktechniek eigen is gemaakt. Als je het sneller onder de knie wilt krijgen is het handig om thuis te oefenen. Neem een instrument mee naar huis en houd het vast in de gemodificeerde pengreep. Beweeg je vingers en oefen met de technieken, bijvoorbeeld terwijl je tv aan het kijken bent. Of pak een pen vast in de gemodificeerde pengreep en teken figuurtjes op papier. Of neem een scaler mee naar huis en probeer de zoom uit een kussen te trekken. Als je merkt dat je kracht tekort komt, dan kan je ook trainen met een handtrainer van bijvoorbeeld Theraband. Dat is een soort spinnenweb van flexibel plastic dat je kan samenknijpen en uitrekken in verschillende hand- en vingerposities.

Schakel op tijd hulp in als je klachten hebt, of preventief als je het lastig vindt om met een goede techniek te werken. Klachten aan de handen en vingers hebben een enorme invloed op de dagelijkse praktijkvoering en zijn in het beginstadium veel beter behandelbaar dan in een vergevorderd stadium. Denk niet te snel dat een beetje pijn erbij hoort, met de juiste werktechniek en behandeling kan je veel ongemakken voorkomen of verminderen.

ONGUNSTIGE PENGREEP MET OVERSTREKTE VINGERS

GEMODIFICEERDE PENGREEP MET ONTSPANNEN VINGERS

Amber Denekamp is bedrijfsoefentherapeut en specialist in tandheelkundige ergonomie. Ze geeft werkplekadvies en lezingen aan praktijken en organisaties. www.aeflexdental.nl